Kalanchoë (Kalanchoe)

De Kalanchoe groeit oorspronkelijk in Madagaskar, er zijn ook soorten die uit tropische gebieden in Afrika, Zuidoost-Azië en China komen. De naam wordt in het Nederlands ook wel geschreven als kalanchoë. Er zijn ongeveer 120 soorten van de Kalanchoe bekend. Deze plant hoort bij de Crassulaceae familie, dit zijn allemaal vetplanten die uit een droog klimaat komen.

De kalanchoë herken je aan het dikke vlezige blad, dat vaak een geschulpte of gekartelde rand heeft. De hoogte varieert van 10-25 cm voor Kalanchoe blossfeldiana tot wel 60 cm voor Kalanchoe ‘Magic Bells’. De bloemetjes staan in compacte schermen, maar er zijn ook soorten met grote bloemen die losjes rondom een lange stengel hangen. Ze hebben de vorm van trompetjes of lampionnetjes. Bij de bladplanten groeien de dikke bladeren aan korte stengels in een compacte pol. Sommige soorten dragen piepkleine babyplantjes langs de bladranden.

kEr zijn nogal wat verschillende kalanchoë soorten. Het bekendst zijn de lage bloeiende soorten met schattige bloemen. Ze zitten in compacte schermen aan korte stengels. De bloemen kunnen verschillende kleuren hebben, zoals bescheiden wit maar ook vlammend oranje en rood. Heel bijzonder zijn de hoge soorten met lange stengels vol klokvormige bloemen. Dan heb je nog de soorten met prachtig blad, deze Kalanchoe soorten vormen meestal geen bloemen. Het stevige, vlezige blad van de kalanchoë kan glad zijn maar ook super zacht behaard en daardoor heel aaibaar.

De ‘Mother of thousands’ is een bijzondere kalanchoë soort die gekweekt wordt vanwege het mooie blad. Langs de bladranden zitten piepkleine babyplantjes, die als ze op de grond vallen meestal vanzelf wortelen. Hij wordt ook wel bommenwerper plant genoemd, omdat de pups als ‘bommetjes’ van de moederplant vallen.

De ‘Mother of millions’ is een soort met smalle bladeren waar heel veel babyplantjes aan zitten. Vandaar zijn naam! Soms verschijnen er trompetvormige oranje bloemen. De Kalanchoe delagoensis  wordt ook wel Kalanchoe tubiflora genoemd.

De Kalanchoe ‘Pink Butterfly’ heeft paarsroze gevlekte stengels en smalle groene bladeren. Ontelbare babyplantjes zitten in rijen langs de bladranden, ze zijn felroze van kleur en lijken op piepkleine vlinders. Een echte blikvanger!

De Kalanchoe pinnata heeft mooi dik grijsgroen blad met een geschulpte rand en een fijne versiering van vlekjes en lijntjes. Ook deze soort draagt babyplantjes langs de bladranden. Soms verschijnen er rozerode bloemen in losse schermen.

Ja, de Kalanchoe is giftig voor kinderen en huisdieren. Neem voor de zekerheid altijd contact op met de huisarts of de dierenarts als er van je Kalanchoe gegeten lijkt. Het sap kan irritatie veroorzaken als je het op je huid krijgt. Draag daarom handschoenen bij het verpotten.

Ja er komen mooie bloemen aan de meeste soorten Kalanchoe. Hoe ze eruitzien verschilt per soort, maar de meest soorten bloeien wel acht weken lang! Met een goede verzorging kan jouw kalanchoë meerdere keren in bloei komen. Sommige soorten uit de bladplanten-groep vormen geen bloemen, maar het prachtige blad maakt dit helemaal goed.

De meeste Kalanchoe soorten bloeien in het voorjaar en de zomer, de piek van de bloei ligt tussen maart en september. Maar de kalanchoë kun je het hele jaar door als bloeiende plant kopen.

Als de Kalanchoe blossfeldiana is uitgebloeid, kun je de uitgebloeide bloemen gewoon aan de plant laten zitten. Meestal zitten er namelijk al nieuwe bloemknoppen tussen, die wil je natuurlijk niet weghalen. Je kunt wel voorzichtig de uitgebloeide bloemetjes wegknijpen met je vingers. Is een hele stengel echt uitgebloeid, dan kun je het best de hele bloemstengel bij de basis wegsnijden met een scherp mes. De uitgebloeide plant is trouwens nog heel decoratief dankzij het mooie blad.

Als de Kalanchoë uitgebloeid is, kun je de plant weer opnieuw laten bloeien door hem een tijdje op een donkere plek te zetten. De Kalanchoe is een ‘kortedagplant’, dit betekent dat de plant pas nieuwe bloemstengels gaat maken als de dag korter is dan de nacht. Snijd de uitgebloeide stengels weg en zet de uitgebloeide kalanchoë vijf weken in een donkere ruimte. Geef tijdens deze rustperiode zeer weinig water. Zet de plant daarna op een lichte plek en ga weer normaal water geven, je kunt dan binnen 3 weken nieuwe bloemen verwachten.

De kalanchoë houdt van veel licht en kan ook tegen direct zonlicht. Het is een van de weinige bloeiende planten die goed in de volle zon kan staan. In de zomer is er bij een raam op het zuiden wel heel erg fel zonlicht, zet de Kalanchoe er dan wel een stukje vandaan. Op een plekje in de halfschaduw zal deze plant het ook prima doen, hij is niet zo kieskeurig. Als je de keuze hebt dan heeft een plek met veel indirect licht de voorkeur. Deze woestijnplant kan tegen warmte en ook best wat kou, maar staat in de kamer toch het liefst bij 10-25 °C. Een lage luchtvochtigheid wordt prima verdragen.

Ja, een Kalanchoe kun je in het voorjaar en de zomer buiten zetten op je balkon of terras. Maar let er wel op dat het buiten dan minimaal 10 °C is, meestal is dit pas vanaf half mei. Pas op met late nachtvorst, want deze vetplant kan beslist geen vorst verdragen. Zorg er altijd voor dat het water goed uit de pot kan lopen. In het najaar wil de kalanchoë graag weer naar binnen als het kouder wordt dan 10 °C.

De kalanchoë is een enorm makkelijke kamerplant en bij uitstek geschikt voor beginnende plantenliefhebbers. Deze vetplant is dus ook ideaal om cadeau te doen bij een housewarming!

Een Kalanchoe is een sterke vetplant die weinig water nodig heeft. Gemiddeld is 1 x per week voldoende. Tussen de gietbeurten mag de grond bijna helemaal opdrogen, maar de grond moet nu ook weer niet dagen achter elkaar gortdroog zijn. Er mag zeker geen water onderin de pot blijven staan, zo’n voetbad vindt jouw kalanchoë verschrikkelijk! Controleer daarom voor je water geeft of de grond bijna helemaal droog is. Dit kun je doen met een vochtmeter, of door je vinger diep in de potgrond te steken. Voelt de grond nog vochtig aan? Wacht dan nog even met gieten. Voor een noodgeval heeft deze plant altijd een voorraadje water in zijn bladeren opgeslagen, dus geef liever wat te weinig dan te veel. Voorkom dat er water op de bladeren komt, dit kan namelijk schimmel veroorzaken, vooral bij de 'harige' soorten. Laat het water altijd eerst op kamertemperatuur komen voor je het aan de Kalanchoe geeft. In de herfst en de winter heeft de kalanchoë nog minder behoefte aan water, dan geef je maar kleine scheutjes. Sproeien is niet nodig, je kunt de bladeren wel af en toe schoon maken met een vochtige doek.

De Kalanchoe heeft nauwelijks voeding nodig. Door jouw plant te bemesten kun je wel de bloeiperiode verlengen. Je kunt in de lente en in de zomer 1 x in de drie weken cactusvoeding geven. Heb je geen cactusvoeding dan werkt universele kamerplantenvoeding ook. Je kunt de voeding eenvoudig in het water doen. De eerste twee maanden na het kopen van je Kalanchoe hoef je geen mest te geven, er zit dan nog voldoende mest in de potgrond.

Nee, je hoeft de kalanchoë niet te snoeien. Uitgebloeide bloemstengels kun je het best laten zitten als er nog nieuwe bloemknopjes te zien zijn. Is de hele stengel echt uitgebloeid, dan knip of snij je deze bij de basis af. Draag altijd handschoenen bij het snoeien, het sap dat uit de snoeiwond komt kan de huid irriteren.

Een Kalanchoe groeit aardig snel, we raden je aan de plant elk jaar te verpotten. Of in ieder geval als de pot helemaal vol zit met wortels. De nieuwe pot hoeft maar iets groter te zijn dan de oude, ongeveer 10%. Vul de ruimte in de pot op met universele potgrond voor kamerplanten, je kunt ook cactusgrond gebruiken. Druk langs de randen goed aan met je vingers. Het voorjaar is de beste tijd om je kalanchoë te verpotten. We raden ook aan om de plant direct na de aankoop in een iets grotere pot te zetten.

Een Kalanchoe is heel makkelijk te stekken. Je kunt een stekje maken van een stengel, maar ook van een blad. In de natuur vormen afgevallen bladeren, stukjes stengel en zeker ook de babyplantjes vanzelf stekjes, ze groeien gewoon verder waar ze gevallen zijn.

Knip voor een stengelstek de top van een stengel af. Het stekje moet ongeveer 10 cm lang zijn. Knip altijd net onder een blad. Er mogen bovenaan de stek twee of drie bladeren blijven zitten, knip de andere bladeren af. Laat het stekje nu vier dagen drogen. Doop het stekje in stekpoeder en steek het dan in een potje met vrij droge zaai- en stekgrond. Geef elke week een klein beetje water. Na ongeveer twee weken zijn er hopelijk wortels gegroeid, maar dit kan ook wat langer duren. Je kunt het controleren door heel voorzichtig aan het stekje te trekken. Als je voelt dat het stekje stevig in de aarde zit, dan komt dit doordat er wortels gegroeid zijn. Geef een beetje water, het plantje zal nu verder gaan groeien.

Heel leuk is ook het maken van een bladstek. Je kiest hiervoor een gezond blad en knipt het met zo’n lang mogelijke steel af. Laat het blad ook vier dagen drogen. Steek het blad dan in een potje met potgrond, alleen de steel moet in de aarde zitten. Voorzichtig aandrukken. Het duurt misschien iets langer, maar kijk vanaf twee weken voorzichtig of de stek als vastzit in de aarde.

Heb je een soort die babyplantjes langs de bladranden draagt? Dan kun je ze er voorzichtig afhalen en in een bakje met potgrond planten.

Als de bladeren van je Kalanchoe slap gaan hangen, dan kan de potgrond te droog zijn en laat de plant zien dat hij dorst heeft. Geef wat meer water en je zult zien dat de bladeren snel weer bijtrekken. Maar het tegenovergestelde kan ook aan de hand zijn: de grond kan ook te nat zijn, waardoor de bladeren gaan rotten en slaphangen. Controleer dus de vochtigheid van de grond. Aan kou heeft deze plant een hekel. Wordt het ineens een heel stuk kouder? Dan kan de Kalanchoë van schrik ook zijn blad laten hangen.

De plant krijgt dan te veel water. Soms verschijnen er ook gele of bruine vlekken op het blad. Laat de kluit goed opdrogen voordat je weer gaat gieten en geef voortaan minder water.

Donker kleurend blad aan je Kalanchoë kan wijzen op te weinig licht. Zet de Kalanchoe dichter bij het raam en het blad zal vanzelf weer lichter kleuren.

Als jouw Kalanchoe erg veel zonlicht krijgt, dan beschermt hij zijn bladeren met een rood pigment, hierdoor komt er een rode gloed over het blad van de Kalanchoe. Dit kan geen kwaad, maar misschien is het toch mogelijk de plant wat meer uit de zon te zetten.

Een Kalanchoe kan slecht groeien als de potgrond constant erg droog is. Ook op een donkere plek kan de groei tegenvallen.

Als de plant vlakbij de fruitschaal staat of sigarettenrook over zich heen geblazen krijgt dan kunnen de bloemen verwelken.

Het stevige blad van de Kalanchoe is niet gevoelig voor ziektes, je zult er dus bijna nooit beestjes op zien.

Deel jouw Kalanchoe met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.