Tuinhibiscus (Hibiscus syriacus)

De tuinhibiscus of altheastruik is een heester en groeit als een struik. Het is geen snelle groeier, maar in een jaar of 10 kan hij toch 2 of 3 meter hoog worden. De meeste blijven echter wat kleiner. De Hibiscus groeit uit zichzelf in een mooie v-vorm. Je kunt de Hibiscus ook op stam kopen en als kleine boom.

De Hibiscus syriacus heeft vele gecultiveerde soorten waarbij vooral de bloemen verschillend zijn. Er zijn Hibiscus soorten met enkele of dubbele bloemen en de kleuren variëren van wit, roze en rood tot blauw en paars. De Hibiscus is een soort die vaak geënt wordt op een andere plant met een sterker wortelgestel.

Nee, de Hibiscus syriacus is niet giftig en dus veilig voor katten, honden en kinderen.

De Hibiscus is een rijke bloeier met grote klokvormige / trechtervormige bloemen. De bloemen van de Hibiscus zijn groot, zo’n 6 tot 10 centimeter in doorsnee. Het hart van de bloem is vaak van een donkerdere kleur dan de bloemblaadjes. De Hibiscus bloeit op eenjarig hout, dus je zal eigenlijk altijd bloemen krijgen!

De meeste Hibiscus soorten bloeien vanaf de zomer tot in de herfst, ongeveer van juli tot oktober. Elke bloem is maar een paar dagen open, na een dag of 2 á 3 is de bloem uitgebloeid. Gelukkig draagt de Hibiscus heel veel bloemknoppen zodat er daarna gewoon weer nieuwe bloemen zijn om van te genieten.

Als de bloemen van je Hibiscus zijn uitgebloeid vallen ze van de plant. Je hoeft deze dus niet te snoeien, je kunt ze eens in de zoveel tijd van de grond opruimen. De zaaddozen kun je laten zitten.

Ja, de Hibiscus syriacus is winterhard. Dit is wel de enige Hibiscus soort, andere soorten zijn dit niet en sommige soorten houden we als kamerplant. We spreken dan over de Chinese roos.

Nee, de Hibiscus syriacus verliest zijn blad in de winter.

Plant de Hibiscus bij voorkeur in het najaar, dan is de grond nog warm en kan hij goed wortelen. Je kunt deze struik ook in het voorjaar planten. Graaf een ruim plantgat en verrijk de grond met wat humus. Geef de Hibiscus water na het planten. Nadat je een Hibiscus hebt gepland zal hij het eerste jaar waarschijnlijk niet hard groeien en misschien wat later zijn blad krijgen. Dit zal vanzelf verbeteren zodra de plant voldoende geworteld is.

De Hibiscus syriacus, de Hibiscus soort welke wij in Nederland in de tuin planten, kan redelijk tegen vorst. Bescherm een nieuwe Hibiscus in de winter extra tegen de kou door de grond met een laag bladeren of stro te bedekken. Een Hibiscus die al een aantal jaren staat heeft dit niet meer nodig. De grond rond de Hibiscus kan beter niet uitdrogen, een mulchlaag rond de struik helpt hierbij. In de lente, bijvoorbeeld na het snoeien, kun je wat organische voeding geven, bijvoorbeeld beendermeel of bloedmeel.

Een Hibiscus hoeft niet per se gesnoeid te worden, maar dode takken, verjonging of een té grote struik kunnen wel redenen zijn om je tuinhibiscus een snoeibeurt te geven. Als er een strenge winter is geweest kunnen takken zijn aangetast door de vorst, soms is dan zelfs een zeer rigoureuze snoeibeurt nodig. Snoei de Hibiscus in maart. Snoei een nieuwe Hibiscus sowieso in maart, dan gaat hij mooi vertakken. Snoei de nieuwe plant tot de helft terug. Snoeien gaat op het oog, je kunt hoofdtakken terug knippen tot op 50 cm. Is jouw Hibiscus geënt? Dan kunnen er takken vanuit de stam groeien en die zullen dan waarschijnlijk een andere kleur bloemen krijgen. Over het algemeen is de stam sterker dan de Hibiscus die erop geënt is en daarom kun je deze takken het best zo dicht mogelijk bij de stam wegsnoeien voor hij je Hibiscus verdrukt.

Elke snoeischaar, takkenschaar of snoeizaag is prima om de Hibiscus te snoeien. Zorg altijd voor scherp en schoon gereedschap, dan krijg je de mooiste snijwonden en minste kans op (verspreiding van) ziektes.

Een Hibiscus kun het beste verplanten in het voorjaar. Snoei de plant eerst ver terug, dan zijn de wortels en de struik direct beter in balans. De Hibiscus herstelt zich redelijk snel, je kunt hem helpen door de grond goed los te maken en veel humus toe te voegen.

De Hibiscus krijgt vaak een hoop bewondering door de prachtige bloemen en er is goed nieuws: hij is namelijk makkelijk te stekken! Vaak zaait de heester zichzelf al uit en kun je de baby Hibiscus plantjes simpel verder laten uitgroeien op een andere plaats. Je kunt ook stekjes via de wortels kweken. Op de wortels zitten knoppen of wortelscheuten. Snij in het najaar de wortel schuin af, zodat je een stek hebt van ongeveer 5 cm. Steek deze in turfmolm met stekpoeder en zorg dat de knop of het oog boven de grond uitkomt. Laat hem dan enkele weken lekker groeien, met voldoende vocht en op een plek met schaduw en daarna kan hij overgeplant worden in een pot of in de tuin.

De Hibiscus kan geplaagd worden door luizen, dit kunnen verschillende soorten luizen zijn, bijvoorbeeld de schildluis of dopluis. De luizen scheiden honingdauw af, waar weer schimmels op af kunnen komen zoals roetdauw. Voorkom de roetdauw door de luizen te bestrijden, het makkelijkst is om ze met een waterstraal van de plat te spuiten. Eind juli verdwijnen de luizen meestal vanzelf.

Gele vlekken op het blad van de Hibiscus kunnen wijzen een gebrek aan kalium. Kippenmest of tuinkalium kan helpen om dit te herstellen.

Deel jouw Hibiscus met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.